Herken de signalen

Eerst en vooral moet je uiteraard de stresssignalen van je dier leren kennen. Een hond die plots veel blaft, trilt of niet wil eten geeft aan dat er iets mis is. Katten tonen stress vaak subtieler: ze verstoppen zich, likken overdreven veel of gebruiken plots de kattenbak niet meer. Ook bij knaagdieren en vogels kan je gedragsveranderingen opmerken, zoals minder activiteit of meer agressie.

"Als je huisdier direct opspringt zodra je hem aanraakt, is dat vaak een teken van spanning", zegt dierenarts Piet Hellemans tegen RTL. Hij vernoemt ook een verminderde eetlust, rusteloosheid, trillen, blaffen en wegkruipen.

Rust en routine

Dieren houden van voorspelbaarheid. Probeer dus vaste eet-, wandel- en speeltijden aan te houden. Plotselinge veranderingen – bijvoorbeeld een nieuwe baby, een verhuis, verbouwing of een logé – kunnen spanning veroorzaken. Bereid je dier op zulke veranderingen voor door rustig te wennen aan nieuwe geluiden, geuren of ruimtes.

Een veilige plek

Creëer een rustig plekje waar je huisdier zich kan terugtrekken. Voor katten kan dat een hoog ligvlak of een doos zijn, voor honden een mand op een stille plek. Belangrijk: respecteer die rustzone. Laat je kinderen weten dat dit de 'veilige zone' van je dier is.

Lees ook: Met je hond gaan wandelen als het kouder en natter wordt? Hier moet je zeker op letten!

Beweging en uitdaging

Verveling is een grote stressfactor. Zorg voor voldoende beweging, spel en mentale prikkels. Honden genieten van wandelingen en snuffelspelletjes, katten van krabpalen en jachtspelletjes met bijvoorbeeld een hengeltje. 

Blijf zelf kalm

Dieren spiegelen onze emoties. Ben jij gespannen, dan voelt je huisdier dat ook. Probeer dus rust uit te stralen, zeker bij spannende momenten zoals een dierenartsbezoek of vuurwerk.