Conner Rousseau werd als 26-jarige de jongste voorzitter van een politiek partij in ons land. Bijna een jaar later ziet de sp.a-voorzitter grote imperfecties in een domein dat hem erg aanbelangt.
Dat Conner Rousseau erg begaan is met zijn medemens en vooral dan zijn jongere medemens, konden we al aanschouwen in ‘De Zomer Van’ op VTM. Nu spreekt hij zich ook uit over hoe erbarmelijk het er volgens hem aan toe gaat in de jeugdwerking en hoe kwaad hij daarvan wordt.
“’We hebben toch 100 bedden bijgemaakt in noodopvang’, klinkt het vaak. Ja, maar er zijn 200 crisisplaatsen nodig. Of er zijn 200 problemen bijgekomen. ‘Je moet zien wat we gedaan hebben’, verdedigen ze zichzelf dan. Dan denk ik: oké, maar als je een paar van degenen die eruit vallen ziet, dan redeneer je minder in cijfers.”
“Er worden soms wel stappen vooruit gezet, maar het jeugdbeleid in België is brol. Da’s dweilen met de kraan open.” Volgens Conner is jeugdzorg maar voor weinigen een interessant thema om zich voor in te zetten. “Die kinderen kunnen niet stemmen. Er zijn weinigen die ervan wakker liggen. Tuurlijk word ik daar kwaad van.”
