Foto: Pixabay
Er zijn van die dingen waarvan je denkt: dat doet niemand toch meer zelf?! Boter maken, bijvoorbeeld. Maar laat je niet misleiden: het is verrassend simpel, heerlijk rustgevend én het resultaat is vaak veel smaakvoller dan wat je in de supermarkt vindt.
Laat ons beginnen met het beste nieuws: je hebt maar één ingrediënt nodig. Room. Volle room, bij voorkeur met een vetpercentage van minstens 35%. Ook ingewikkelde toestellen heb je niet nodig. Enkel een glazen bokaal of een mixer en een beetje geduld.
Zo doe je het
Het proces is eigenlijk magie in slowmotion. Je klopt de room zolang op tot het slagroomstadium voorbij is. Als je geen mixer hebt, giet je de room gewoon in een goed sluitbare glazen bokaal en schudden maar.
Als je lang genoeg klopt of schudt, zie je kleine klontjes ontstaan. Dat is het vet dat zich van de vloeistof scheidt. De dunne vloeistof die overblijft is karnemelk: perfect om bijvoorbeeld pannenkoeken mee te bakken.
De vaste klontjes worden vervolgens samengeknepen tot één mooie, zachte massa: boter. Maar er is nog één belangrijke stap: spoelen. Door de boter onder koud water zachtjes te kneden, verwijder je de laatste restjes karnemelk. Dat verlengt de houdbaarheid én zorgt voor een zuivere, frisse smaak. Daarna kan je de boter lichtjes zouten, als je dat graag hebt.
Eindeloze mogelijkheden
Als je wat creatiever bent, kan je door de boter ook verse kruiden kneden, zoals bieslook, rozemarijn of basilicum. Of wat denk je van honing en zeezout? Of knoflook en citroen?
Kortom, het lijkt misschien een vreemd idee, maar zelf boter maken is zo gek nog niet. Het geeft een heerlijk ambachtelijk gevoel, alsof je even terugkeert naar de tijd waarin alles nog met liefde met de hand werd gemaakt.