Tom Waes trekt naar vijf wereldsteden. Dat gaat van Los Angeles tot Mongolië. Die laatste reis was een trip van tien dagen om de Mongoolse hoofdstad in beeld te brengen.

De trip liep helemaal anders dan gepland. Die tien dagen werden er uiteindelijk twintig. Op de avond voor de terugvlucht werd iedereen getest op corona.

Iedereen was negatief, behalve Tom en zijn geluidsman Joris. Die laatste twee konden zo het land niet uit.

Ze werden opgesloten in een hotel, zo’n zes dagen lang. Tom zegt in ‘Het Laatste Nieuws’ dat de tijd er heel traag voorbij ging.

“Drie keer per dag werd er daar een zakje met eten voor de deur gedropt en dat was het dan.”

“Alles deed ik om de tijd te doden. Ik heb mijn boekhouding bijgewerkt, mijn mailbox opgekuist, mijn toiletzak uitgewassen, alle instellingen van mijn fotocamera uitgeplozen, een boek van 800 pagina’s gelezen, uren gesurft op het internet, reeksen van Netflix gebingewatcht.”

“En zelfs de nagels van mijn tenen gevijld, dat had ik nog nooit gedaan.” Na zes dagen mocht Tom het hotel verlaten.

Al was het toen er -35 graden. Dus bleven ze in het hotel. Na acht dagen stond er een vlucht voor hen klaar maar een sneeuwstorm in Istanboel gooide roet in het eten. Zo kwamen er nog twee dagen bij.

Tom en zijn klankman zaten écht opgesloten in een hotel. “Mensen die zeggen dat er te veel luxe is in de gevangenis, weten niet wat het is om opgesloten te zitten. En wij zaten dan nog goed in een goed hotel.”