Net als zijn pépé Eddy Planckaert en zijn papa Francesco Planckaert ambieert Devon Planckaert een wielercarrière. Die kent echter een ongelofelijk moeizame start.
De tegenslag van Devon Planckaert begon drie jaar geleden, toen hij zich net had ingeschreven bij een wielerploeg. Het coronavirus strooide roet in het eten, waardoor hij een jaar niet kon koersen.
Het jaar daarop werd hij geopereerd aan zijn knie, waarop een lange revalidatie volgde. Toen hij eindelijk zijn eerste koers zou rijden, testte hij positief op corona. De ziekte zette zich op zijn longen, waardoor hij twee maanden niets mocht doen en het wielerseizoen plots voorbij was.
Dit seizoen zou het dan eindelijk gebeuren, maar op stage in Spanje raakte hij zwaar ten val. Hij liep een diepe wonde in zijn arm op, waardoor hij zijn koersdebuut alwéér moest opschuiven.
Intussen heeft hij al drie koersen gereden en gaat het beter met hem, maar net na die val zag hij het allemaal niet meer zitten. "Toen heb ik eraan gedacht om m'n fiets aan de wilgen te hangen", vertelt hij in Dag Allemaal. "Ik vroeg me af waarom ik het eigenlijk nog allemaal deed."