In Nina omschrijft Annemie haar relatie met haar vader Willy Sommers: “Heel goed. We kennen elkaar nu al langer dan de periode waarin we elkaar niet hebben gekend.”

Ook qua karakter zijn er duidelijke gelijkenissen tussen vader en dochter. “Qua karakter lijken we op elkaar. We zijn allebei diplomatisch, we houden niet van conflict. Ik denk wel dat hij trots is op wat ik heb bereikt in het leven."

Toen Annemie in het tweede leerjaar zat, vertelde haar mama wie haar vader was. Haar reactie: “Zodra ik wist wie mijn papa was, werd dat iets absurds. Want hij was iemand die ik zag ‘in een magazine’ of ‘op televisie’".

Die eerste ontmoeting was het begin van een nieuw hoofdstuk in haar leven, met een vaderfiguur. “Ik was zenuwachtig, maar sinds die kennismaking zijn we in elkaars leven.”